Wilt u de open haard of de houtkachel aansteken, gebruikt u dan bij voorkeur aanmaakhoutjes.
Een goede en totale verbranding van haardhout is essentieel. Gebruik daarom schoon en door en door droog hout of houtbriketten. Hout voor uw haard of kachel moet minstens twee jaar, gekloofd, op een droge en winderige plek hebben gelegen. Het vochtgehalte daalt dan tot onder de 20 procent en is dan droog genoeg om te stoken.
Het drogen duurt 1 tot 2,5 jaar. Es, linde, wilg en berk (1,5 jaar drogen) en fruitbomen, eik en beuk (2,5 jaar drogen) leveren favoriet brandhout. Let er op dat de houtblokken niet te dik zijn, want dunner hout droogt sneller en brandt beter. De ideale maat is 33x7x7cm.
Hoe je het hout droogt? Hout droogt het beste in de wind. Dus droog het hout op een plaats waar de wind er goed bij kan. Een beetje regen of sneeuw kan geen kwaad. Droog hout herkent u aan krimpscheurtjes, het lichtere gewicht en de afwezigheid van natte geuren. Droog hout sist niet in het vuur en geeft geen overmatige vervuiling.
Vers hout bevat 80% vocht en dat moet er eerst uitdrogen. Vochtig hout genereert veel lagere temperaturen dan droog hout en geeft dus veel minder energie en warmte. Door vochtig hout te verbranden krijg je snel aanslag en teer in je kanaal doordat het kanaal niet op temperatuur komt en te snel afkoelt.
Naast goed stookhout is ook een goede luchttoevoer erg belangrijk. Niet smoren, maar stoken! Sluit de luchttoevoer dan ook nooit af, maar laat het vuur branden. Naast een goede verbranding heeft goed doorstoken als voordeel dat de ruiten van uw toestel schoner blijven, ook zal het rookkanaal minder snel vervuilen. De kans op schoorsteenbrand daalt aanzienlijk bij goed stookgedrag!
Schoon hout is: geen sloophout met verfresten, geen hout met conserveringsmiddelen en geen geïmpregneerd hout. Daaruit kunnen giftige stoffen vrijkomen. Die zijn slecht voor uw gezondheid en het milieu. Voor het stoken van andere zaken dan schoon en droog hout is uw haard of kachel absoluut niet bedoeld.
Voor een goed stookresultaat moeten de luchttoevoer en rookgasafvoer optimaal zijn. Een goed brandend vuur herkent u aan kleurloze of witte rook.
Bij mist of windstil weer is het moeilijk voldoende trek in uw schoorsteen te krijgen. Dat is niet alleen slecht voor de verbranding, maar ook voor uw eigen gezondheid, die van uw buren en voor het milieu. Rook en rooklucht blijven dan namelijk in en om uw huis hangen.
Via deze ‘stookalert’ kunt u checken of in uw provincie stookbeperkende factoren zijn:
Veel stookplezier!